Het verbeteren van vroege detectie van hart- en vaatziekten
RED-CVD (Reviving Early Diagnosis of CardioVascular Disease) is een samenwerking tussen onderzoekers van het UMCG, het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde in Utrecht en de Universiteit Twente, welke wordt gefinancierd door de Hartstichting. Het doel van het RED-CVD-consortium is om vroegtijdige opsporing van hart- en vaatziekten (HVZ) in de eerstelijnszorg te verbeteren.
Het vroegtijdig opsporen van hart- en vaatziekten is een essentieel onderwerp, dat ook hoog op de agenda van de Hartstichting staat. Bij veel patiënten worden HVZ nog altijd te laat ontdekt. Wanneer de diagnose eindelijk gesteld wordt, is er vaak al onherstelbare schade aan het hart ontstaan, bijvoorbeeld door een hartinfarct, acuut hartfalen, of een beroerte. De RED-CVD-studie is opgericht vanuit het idee dat HVZ in een vroeger stadium opgespoord kunnen worden door proactief te screenen, met name bij mensen met een verhoogd risico op HVZ. Wanneer HVZ vroegtijdig worden opgespoord, kunnen patiënten op tijd behandeld worden, en kan uiteindelijk worden voorkomen dat beginnende hartziekten uitgroeien tot invaliderende en/of levensbedreigende aandoeningen.
Om de vroege opsporing van HVZ te verbeteren, hebben de onderzoekers van RED-CVD een nieuwe strategie ontwikkeld, die zich richt op drie soorten HVZ, namelijk atriumfibrilleren, hartfalen, en coronairlijden. De strategie bestaat uit drie stappen. (1) De eerste stap bestaat uit een vragenlijst gericht op symptomen die kunnen passen bij atriumfibrilleren, hartfalen, of coronairlijden. Deze vragenlijst is ontwikkeld met behulp van data uit Lifelines. (2) Als uit de vragenlijst naar voren komt dat iemand klachten passend bij HVZ of een verhoogd risico op HVZ heeft, zal diegene verder gescreend worden, bijvoorbeeld door middel van lichamelijk onderzoek, een hartfilmpje (ECG), en/of bloedonderzoek. (3) Wanneer de aanvullende onderzoeken duiden op HVZ, zal een patiënt door de huisarts behandeld worden of naar de cardioloog verwezen worden voor verder onderzoek en behandeling.
De nieuwe strategie voor vroege opsporing van HVZ wordt momenteel getest in huisartenpraktijken in verschillende regio’s in Nederland. Dit wordt gedaan in een zogenaamde cluster-gerandomiseerd trial, wat inhoudt dat de helft van de deelnemende huisartsenpraktijken de nieuwe strategie zal uitvoeren (interventiegroep), terwijl de andere helft zal blijven werken zoals gebruikelijk (controlegroep). In totaal zullen ongeveer 1300 patiënten met diabetes en of COPD meedoen aan het onderzoek, waarvan ongeveer de helft dus de nieuwe strategie zal ondergaan. Deelnemende patiënten worden een jaar lang gevolgd, waarna bekeken zal worden of de nieuwe strategie er inderdaad toe leidt dat er meer HVZ worden opgespoord.
UMCG:
prof. dr. R.A. (Rudolf) de Boer, cardioloog
prof. dr. M. (Michiel) Rienstra, cardioloog
drs. V.W. (Victor) Zwartkruis, arts-onderzoeker/PhD student
Julius Center/UMC Utrecht:
prof. dr. F.H. (Frans) Rutten, huisarts
prof. dr. Y.T. (Yvonne) van der Schouw, epidemioloog
dr. M. (Monika) Hollander, huisarts
drs. A. (Amy) Groenewegen, huisarts in opleiding/PhD student
UMC Utrecht:
prof. dr. A.W. (Arno) Hoes, klinisch epidemioloog
dr. M.J. (Maarten-Jan) Cramer, cardioloog
University of Twente:
dr. ir. H. (Erik) Koffijberg, associate professor Health Technology Assessment